OVER EDUX

Nieuws

Doelgericht werken met kleuters

8 november 2019

Afscheid nemen van de ‘papieren tijger’, meer ruimte voor spel en leerkrachten die met plezier voor de groep staan. Een utopie? Helemaal niet, het kan zeker! Om dat te bereiken wordt het hoog tijd dat we het kleuteronderwijs eens van een afstandje bekijken: want doen we wel de dingen die er écht toe doen? Allerlei plannen op papier maken die daarna in de kast belanden? Weg er mee! Alleen maar doelen formuleren gericht op taal en rekenen? Absoluut niet! Plannen maken voor het management of de inspectie? In de prullenbak alsjeblieft!

Ik geloof er in dat je als leerkracht alléén de dingen moet doen die (indirect) ten goede komen aan de ontwikkeling van het kind. En ja, daar horen ook plannen bij. Maar dan wel plannen die jou als leerkracht daadwerkelijk helpen om beter af te kunnen stemmen op de behoeften van de kinderen in jouw groep. We nemen afscheid van de papieren tijger, zodat jij als leerkracht meer ruimte ervaart om te doen waar jij, en dus ook de kinderen, blij van wordt. Dit doen we door thematisch te gaan werken vanuit doelen. Hierbij maken we nog steeds plannen, maar stellen we ons altijd de vraag: Wat hebben de kinderen in mijn groep hier aan? Ik neem jullie mee in de stappen die nodig zijn om deze manier van werken goed vorm te geven.

Beschrijving basisaanbod (eenmalig)

Allereerst is het belangrijk om zicht te krijgen op de doelen die centraal staan in de kleuterperiode. Je kunt hiervoor doelenoverzichten uit je methode of observatiesysteem gebruiken. Ikzelf gebruik altijd die van het SLO. Deze zijn compact én compleet tegelijkertijd. Ben er van bewust dat een deel van deze doelen dagelijks aan bod komt (ik gebruik altijd 80% als vuistregel). Kinderen hebben als het ware 40 weken de tijd om deze doelen eigen te maken. Dan is er ook nog een resterende 20%; dit zijn de doelen waarop specifieke instructie nodig is. De doelen waarvoor expliciete instructie nodig is neem je op in je jaarplanning (zie stap 2). De overige doelen (80%) horen bij je basisaanbod en dien je eenmalig te beschrijven. Je beschrijft per doel hoe je daar regelmatig aan werkt (hoeken, materialen, routines, activiteiten). Dit is een hele klus. Maar ook een waardevolle, want het zorgt er voor dat je echt met elkaar in gesprek moet over de manier waarop jullie het basisaanbod vormgeven. Je hoeft dit niet jaarlijks opnieuw te doen, al zorgen jullie er samen wel voor dat dit document actueel blijft.

Jaarplanning

In de jaarplanning laat je zien wanneer de doelen, die specifieke instructie nodig hebben, aan bod komen. Je kunt hierbij denken aan doelen die horen bij het fonemisch bewustzijn, maar vergeet hierbij niet de ‘soft skills’; vaardigheden die van belang zijn om goed te kunnen functioneren op school en in de maatschappij (zoals denkvaardigheden, executieve functies en zelfredzaamheid). Deze vaardigheden verdienen ruim aandacht in de kleuterperiode. We kunnen er niet vanuit gaan dat kinderen deze vaardigheden zich vanzelf eigen maken. Voor het aanleren van een goede manier van zelfstandig werken is bijvoorbeeld expliciete instructie nodig. Het is dan ook belangrijk om in je jaarplanning rekening te houden met dit soort doelen. Doelgericht werken gaat dus niet alleen over
taal en rekenen, juist bij kleuters gaat het ook over zelfstandig werken, leren denken, spelinstructie, zelfredzaamheid, routines en rituelen. Je neemt in de jaarplanning alleen de globale tussendoelen op (bijvoorbeeld ‘Fonemisch bewustzijn’ of ‘Zelfstandig werken’). De specifieke doelen worden per themaplanning beschreven (bijvoorbeeld ‘Herkennen en gebruiken van rijmwoorden’ of ‘het opruimen’).

In de jaarplanning geef je verder ook aan wanneer welke thema’s aan bod komen (inhoud kan altijd nader worden bepaald, als je maar aangeeft welke periode het betreft en welke doelen er in centraal staan). Ook kun je zaken opnemen als Kinderboekenweek, school gerelateerde thema's etc. Voor sommige leerkrachten werkt het prettig om in de jaarplanning ook op te nemen welke ontwikkelingslijnen of welke kinderen wanneer worden geobserveerd.

Themaplanning

Na deze eerste twee stappen, maak je per thema een planning. Het plannen van een thema bestaat uit de volgende stappen:
1. Kinderen in kaart: maak inzichtelijk hoe de kinderen in jouw groep er voor staan. Cluster ze op niveau (dus niet groep 1 of groep 2) en doe dat per ontwikkelingsgebied (taal, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling en motoriek). Dit groepsoverzicht maak je halfjaarlijks maar per thema check je of het overzicht nog klopt.
2. Doelen formuleren: op basis van de doelen in de jaarplanning formuleer je specifieke doelen waaraan je komend thema gaat werken. Gelden de doelen voor (grotendeels) alle kinderen in jouw groep? Dan formuleer je groepsdoelen. Je kunt ook doelen per ontwikkelingsniveau (zie het groepsoverzicht) beschrijven.
3. Aanpak voor de hele groep: je beschrijft (bijvoorbeeld met behulp van een ontwerpspin) wat je gaat doen in het thema om deze doelen te bereiken. Het inrichten van de hoeken en het creëren van spelsituaties staat hierbij voorop. Plan daarom regelmatig momenten in waarbij je het spel van kinderen observeert en waar nodig begeleidt. Denk daarnaast ook aan andere (ontwikkelings)materialen die je kunt gebruiken, of aan het doelbewust inzetten van routines en
activiteiten.
4. Specifieke aanpak voor (groepjes) kinderen: niet alle kinderen zullen voldoende profiteren van het aanbod dat je de hele groep aanbiedt. Voor deze kinderen beschrijf je wat zij extra nodig hebben.
5. Afstemmen met ouders: laat ouders weten wat jouw doelen zijn voor de groep en stimuleer hen om hier ook thuis mee aan de slag te gaan.
6. Uitvoeren, observeren en evalueren: Ga aan de slag met jouw themaplanning. Naast dat je de speelleeromgeving hebt ingericht en activiteiten hebt bedacht (kansen creëren) zul je als leerkracht een ruim deel van de tijd bezig zijn met kansen grijpen. Dit zijn situaties die je van te voren niet had bedacht, maar die zich uitstekend lenen om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren. Wanneer je de ontwikkeling en aandachtspunten voor jouw kinderen helder in beeld
hebt, zul je steeds makkelijker kansen herkennen en aangrijpen. Aan het eind van het thema evalueer je of je voldoende aandacht hebt kunnen besteden aan de
door jou gestelde doelen. De opvallendheden met betrekking tot de ontwikkeling van de kinderen noteer je per kind. Belangrijke aandachtspunten uit de evaluatie neem je naar de planning van een volgend thema.

Door deze stappen te volg je de ontwikkeling van de kinderen, formuleer je passende doelen en stem je je aanbod hier op af. Doordat de doelen als uitgangspunt worden genomen is er voor de leerkracht veel vrijheid in aanbod van activiteiten en veel ruimte voor spel. Als directie/ib’er heb je een goed beeld van de ontwikkeling van de kinderen en hoe de leerkracht hier per thema op inspeelt, zonder dat de leerkracht hiervoor langdradige groepsplannen op moet stellen die uiteindelijk toch onderin de kast belanden. En ook niet onbelangrijk: op de scholen die wij hebben begeleid heeft de onderwijsinspectie deze werkwijze positief beoordeeld.

Dat klinkt te mooi om waar te zijn toch? En ergens is dat het ook wel, want dit kost de kleuterleerkrachten in het begin tijd in plaats van dat het tijd oplevert. Er zal een goed basisaanbod moeten worden neergezet. Huidige planningsformulieren moeten worden aangepast en er moeten onderling nieuwe afspraken worden gemaakt (en gedocumenteerd). Maar als dat dan eenmaal staat dan krijg je leerkrachten die met plezier voor de groep staan en meer ruimte ervaren om te doen wat er écht toe doet: met aandacht voor het kind zijn/haar brede ontwikkeling stimuleren. Dat betekent dat we afscheid gaan nemen van de papieren tijger en misschien nog wel van nog meer dingen die nu in de kleuterklassen gebeuren waarvan ik me afvraag: draagt dit echt bij aan de ontwikkeling van het kind? Hoe tof zou het zijn als we iedereen die zich bezighoudt met het kleuteronderwijs hierover na kunnen laten denken?! Ik denk graag met jullie mee!

Download artikel als pdf